Atopie is een moeilijk woord voor een aangeboren neiging om allergisch te reageren. Iemand die atopisch is, maakt bijvoorbeeld sneller allergische antistoffen (IgE) aan tegen onschuldige stoffen zoals pollen of huisstofmijt. Dit verklaart waarom mensen met atopie vaak last hebben van hooikoorts, astma of eczeem in de familie. In deze blog leggen we uit wat atopie is, waarom het bijdraagt aan huidproblemen zoals eczeem en contactallergie, en wat je eraan kunt doen.
Wat is atopie?
Atopie betekent dat je immuunsysteem van nature extra gevoelig is voor allergenen uit de omgeving. Je hebt als het ware een genetische aanleg om snel IgE-antistoffen – dit zijn allergische antistoffen – te vormen. Dit zorgt ervoor dat je bij contact met normale stoffen (zoals pollen, stof of bepaalde voedingsmiddelen) een allergische reactie kunt krijgen, terwijl andere mensen hier geen last van hebben. De bekendste uitingen van atopie zijn:
-
Atopisch eczeem – een chronisch jeukende ontsteking van de huid (ook wel constitutioneel eczeem genoemd).
-
Allergische rhinitis – beter bekend als hooikoorts, met klachten van niezen en loopneus.
-
Allergisch astma – prikkeling van de luchtwegen, leidend tot benauwdheid.
Deze combinatie van eczeem, hooikoorts en astma wordt ook wel de atopische triad genoemd. Vaak zien we dat atopie in de familie zit: als één of beide ouders atopisch zijn (eczeem, astma of hooikoorts hebben), is de kans groter dat het kind dit ook ontwikkelt.
Atopie en eczeem
Één van de meest zichtbare gevolgen van atopie is atopisch eczeem. Dit is een jeukende huiduitslag die vaak in de kinderjaren begint. Bij baby’s en jonge kinderen zie je roodheid en droogheid van de huid, bijvoorbeeld op de wangen, romp en later in de knieholtes en elleboogplooien. Atopisch eczeem komt voor bij ongeveer 15–20% van de kinderen en tot 10% van de volwassenen wereldwijd. Het is dus een erg veelvoorkomende huidaandoening.
Wat gebeurt er precies bij eczeem? Door de atopie functioneert de huidbarrière niet optimaal. De huid is normaal gesproken onze beschermlaag tegen de buitenwereld, bestaande uit dicht op elkaar liggende cellen met vetten ertussen (vergelijkbaar met baksteentjes met cement). Bij atopisch eczeem zitten er kleine “gaatjes” in die barrière, waardoor de huid te veel vocht verliest en irriterende stoffen en allergenen makkelijker binnendringen. Hierdoor wordt de huid chronisch droog, gevoelig en raakt hij sneller ontstoken. De klachten wisselen vaak in ernst: perioden van opvlamming (ernstige jeuk, roodheid, schilfers, eventueel nattende blaasjes) worden afgewisseld met rustiger fases. Veel atopische personen hebben van nature een droge huid (xerosis) en moeten oppassen met allerlei triggers die eczeem kunnen verergeren. Bekende uitlokkende prikkels zijn bijvoorbeeld wol of ruwe kleding, zweten/hitte, stress, bepaalde voeding en contact met irriterende stoffen zoals zeep.
Wist je dat: langdurig eczeem soms subtiele tekenen op het lichaam achterlaat. Zo heeft ongeveer een kwart van de patiënten met atopisch eczeem een extra huidplooi onder de ogen, de zogeheten Dennie-Morganplooi. Dit is een extra lijntje onder het onderste ooglid, vooral zichtbaar bij kinderen met chronisch eczeem rond de ogen. Het wordt beschouwd als een klassiek kenmerk van atopie.
Genetische factoren: filaggrine en de huidbarrière
Een belangrijke ontdekking is dat bepaalde genen een rol spelen bij atopie. Met name het filaggrine-gen (FLG) krijgt veel aandacht. Dit gen bevat de blauwdruk voor filaggrine, een eiwit in de bovenste laag van de huid. Filaggrine heeft de taak om de huidcellen in de hoornlaag goed te laten verharden en aan elkaar te laten sluiten als een sterke, waterdichte laag. Bovendien zorgt filaggrine voor het ontstaan van Natural Moisturizing Factor (NMF) – natuurlijke hydraterende stofjes (zoals aminozuren) die vocht vasthouden in de huid.
Bij ongeveer 1 op de 10 mensen in Europa is één van de FLG-genkopieën defect (een filaggrine-mutatie). Zo’n verlies-van-functie mutatie leidt tot minder filaggrine in de huid. Dit is belangrijk, want studies tonen aan dat filaggrine-genfouten de sterkste genetische risicofactor voor atopisch eczeem zijn. Met andere woorden: mensen met een filaggrine-mutatie hebben een veel grotere kans om eczeem te ontwikkelen. Sterker nog, hetzelfde defect vergroot ook de kans op andere atopische ziektes zoals astma en hooikoorts. Dit benadrukt hoe een genetische verstoring van de huidbarrière kan leiden tot allerlei allergische aandoeningen.
Hoe zorgt filaggrine-gebrek nu precies voor een verstoorde huidbarrière? Bij mensen met een filaggrine-mutatie is de bovenste huidlaag minder goed in staat vocht vast te houden en houdt hij allergenen minder goed tegen. Men kan de mate van “lekkage” van de huid meten met de zogeheten transepidermaal waterverlies (TEWL) test. Transepidermaal waterverlies is de hoeveelheid water die onbedoeld uit de huid verdampt. Een hogere TEWL duidt op een zwakkere barrière. Onderzoek laat zien dat patiënten met atopisch eczeem en een FLG-mutatie een duidelijk verhoogde TEWL hebben vergeleken met gezonde mensen, en dat hun hoornlaag ook minder vochtig is. Hoe erger het eczeem, hoe hoger doorgaans het vochtverlies door de huid. Dit bevestigt dat een defect in filaggrine bijdraagt aan een chronisch droge, “open” huid.
Naast filaggrine kunnen ook andere huidbestanddelen verminderd aanwezig zijn. Zo is gevonden dat bij atopisch eczeem de hoeveelheid ceramiden (een soort huidvet) in de hoornlaag vaak afgenomen is. Ceramiden vormen normaal een belangrijk deel van het “cement” tussen de huidcellen en helpen de barrièrefunctie. Een tekort hieraan draagt bij aan een droge, schilferige huid.
Atopie en een contactallergie
Een atopische huid is extra kwetsbaar, waardoor atopische personen gevoeliger zijn voor sensibilisatie – een moeilijk woord dat betekent dat je allergisch wordt na herhaald contact met een stof. Door de minder efficiënte huidbarrière bij atopisch eczeem kunnen bijvoorbeeld chemische stofjes gemakkelijker de huid binnendringen en het immuunsysteem “prikkelen”. Bovendien is er bij atopie een afwijkende immuunbalans die allergische reacties eerder laat optreden. Dit alles maakt dat mensen met atopie relatief vaak óók een contactallergie ontwikkelen.
Uit onderzoek blijkt dat allergisch contacteczeem een belangrijke bijkomende factor kan zijn bij zowel kinderen als volwassenen met atopisch eczeem. Met andere woorden: naast het “constitutionele” eczeem door aanleg, kunnen bepaalde externe allergenen het eczeem verder aanwakkeren. Daarom doen dermatologen bij moeilijk behandelbaar eczeem vaak ook een plakproef (patch test) om te kijken of er contactallergieën meespelen. Veelvoorkomende contactallergenen bij atopisch eczeem zijn onder andere bepaalde ingrediënten in zalven of verzorgingsproducten die mensen juist gebruiken voor hun gevoelige huid. Voorbeelden zijn wolalcoholen zoals lanoline (wolvet in sommige crèmes), het antibioticum neomycine (in wondzalven), conserveermiddelen zoals formaldehyde, bepaalde plantenextracten (Compositae, zoals madeliefjes/chrysanten) en parfum.
Van eczeem naar astma, de atopische mars
Naast huidproblemen zoals eczeem kan atopie zich op termijn ook op andere manieren uiten. Er is een bekend patroon dat men de atopische mars noemt. Dit houdt in dat allergische aandoeningen elkaar in een bepaalde volgorde in de levensloop opvolgen, min of meer “in elkaars verlengde”. Meestal begint de atopische mars met eczeem in de vroege kindertijd, daarna ontstaan voedselallergieën, en op latere leeftijd ontwikkelen zich astma en allergische neusklachten (hooikoorts). Uiteraard krijgt niet iedereen met eczeem later astma, maar statistisch gezien is de kans op astma of hooikoorts wel hoger bij mensen die op jonge leeftijd ernstig eczeem hebben gehad. Ongeveer een derde van de kinderen met ernstig atopisch eczeem ontwikkelt bijvoorbeeld ook astma of allergische rinitis op latere leeftijd. Deze samenhang tussen de verschillende allergische ziektes is wat we de atopische mars noemen.
Huidverzorging en preventie bij atopie
Atopie, of constitutioneel eczeem, is een chronische huidaandoening die gepaard gaat met een gevoelige huid en een verhoogde neiging tot allergieën. Hoewel de genetische aanleg niet te veranderen is, zijn er effectieve maatregelen om de huidbarrière te versterken en nieuwe allergische prikkels te vermijden. Het doel van de behandeling is drieledig:
-
Herstellen en hydrateren van de beschadigde huidbarrière: Het regelmatig aanbrengen van indifferente middelen, zoals vette crèmes of zalven, verhoogt het vochtgehalte van de huid en ondersteunt het herstel van de huidbarrière. Dit dient meerdere keren per dag te gebeuren, vooral na contact met water.
-
Vermijden van irriterende stoffen: Beperk het gebruik van zeep en andere huidirriterende producten. Kies voor milde, zeepvrije en parfumvrije reinigers. Draag beschermende handschoenen bij huishoudelijk werk of afwassen om direct contact met schoonmaakmiddelen te voorkomen.
-
Voorkomen van contact met allergenen: Gebruik ongeparfumeerde huidverzorgingsproducten en wasmiddelen. Was nieuwe kleding voor het dragen om eventuele chemische resten te verwijderen en knip irriterende labels weg.
Daarnaast zijn er aanvullende adviezen die kunnen helpen bij het beheersen van atopisch eczeem:
-
Douche of badder kort en lauwwarm: Langdurig en heet douchen kan de huid uitdrogen. Beperk de badtijd en gebruik lauw water. Voeg eventueel een badolie toe in plaats van schuimbad of badschuim.
-
Dep de huid droog, niet wrijven: Droog de huid na het wassen voorzichtig door te deppen met een schone handdoek. Hard wrijven kan de huid verder irriteren.
-
Smeer de huid direct na het douchen/baden in: Binnen enkele minuten na het afdrogen insmeren helpt het vocht in de huid vast te houden. Gebruik bij voorkeur een geurloze, hypoallergene zalf of crème met ceramiden om de huidvetten aan te vullen.
-
Kies geschikte kleding: Draag bij voorkeur zachte, ademende stoffen zoals katoen. Vermijd wol en synthetische materialen die de huid kunnen irriteren.
-
Houd de omgeving en huid koel: Warmte en zweten kunnen jeuk en eczeem verergeren. Probeer oververhitting te voorkomen door niet te warme douches te nemen en overmatige warmte-invloeden te vermijden.
-
Voorkom krabben zoveel mogelijk: Krabben verergert eczeem en kan leiden tot infecties. Probeer de jeuk te verlichten door koele kompressen op de huid te leggen of door zachtjes te wrijven in plaats van te krabben. Houd de vingernagels kortgeknipt om schade te beperken en draag eventueel ‘s nachts dunne katoenen handschoenen om onbewust krabben te voorkomen.
Door deze richtlijnen te volgen, gebaseerd op aanbevelingen van de Federatie Medisch Specialisten (FMS), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en de Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten (NVH), kan de huidconditie aanzienlijk verbeteren en kunnen eczeemklachten worden verminderd.
Bronnenlijst
-
Brown, S. J., & McLean, W. H. I. (2012). One remarkable molecule: Filaggrin. The Journal of Investigative Dermatology, 132(3 Pt 2), 751–762. https://doi.org/10.1038/jid.2011.393
-
Palmer, C. N. A., Irvine, A. D., Terron-Kwiatkowski, A., Zhao, Y., Liao, H., Lee, S. P., … & McLean, W. H. I. (2006). Common loss-of-function variants of the epidermal barrier protein filaggrin are a major predisposing factor for atopic dermatitis. Nature Genetics, 38(4), 441–446. https://doi.org/10.1038/ng1767
-
Cabanillas, B., & Novak, N. (2016). Atopic dermatitis and filaggrin. Current Opinion in Immunology, 42, 1–8. https://doi.org/10.1016/j.coi.2016.05.011
-
Angelova-Fischer, I., Fernandez, R., Fischer, T. W., Zillikens, D., & Petersen, A. (2011). Transepidermal water loss and stratum corneum hydration in atopic dermatitis: Relationship with skin condition and allergen sensitization. British Journal of Dermatology, 165(1), 45–52. https://doi.org/10.1111/j.1365-2133.2011.10290.x
-
Thyssen, J. P., & Kezic, S. (2014). Causes of epidermal filaggrin reduction and their role in the pathogenesis of atopic dermatitis. Journal of Allergy and Clinical Immunology, 134(4), 792–799. https://doi.org/10.1016/j.jaci.2014.06.002
-
Bieber, T. (2008). Atopic dermatitis. The New England Journal of Medicine, 358(14), 1483–1494. https://doi.org/10.1056/NEJMra074081
-
Wollenberg, A., Barbarot, S., Bieber, T., Christen-Zaech, S., Deleuran, M., Fink-Wagner, A., … & Cork, M. J. (2018). Consensus-based European guidelines for treatment of atopic eczema (atopic dermatitis) in adults and children: Part I. Journal of the European Academy of Dermatology and Venereology, 32(5), 657–682. https://doi.org/10.1111/jdv.14891
-
Silverberg, J. I., & Paller, A. S. (2015). Association between eczema and stature in 9 US population-based studies. JAMA Dermatology, 151(4), 401–409. https://doi.org/10.1001/jamadermatol.2014.1891
-
Kezic, S., & Novak, N. (2022). Skin barrier in atopic dermatitis. Frontiers in Immunology, 13, 841940. https://doi.org/10.3389/fimmu.2022.841940
-
Thomsen, S. F. (2015). Atopic dermatitis: Natural history, diagnosis, and treatment. ISRN Allergy, 2014, Article 354250. https://doi.org/10.1155/2014/354250
-
Czarnecka-Operacz, M., Jenerowicz, D., & Silny, W. (2008). Clinical features of contact allergy and atopic dermatitis coexistence. Dermatology, 216(3), 229–235. https://doi.org/10.1159/000113608
-
Flohr, C., Perkin, M., Logan, K., Marrs, T., Radulovic, S., Campbell, L. E., … & Lack, G. (2014). Atopic dermatitis and disease prevention: Using the atopic march concept to inform strategies. The Journal of Allergy and Clinical Immunology, 134(4), 849–859. https://doi.org/10.1016/j.jaci.2014.03.017
-
Simpson, E. L., Chalmers, J. R., Hanifin, J. M., Thomas, K. S., Cork, M. J., McLean, W. H. I., … & Williams, H. C. (2014). Emollient enhancement of the skin barrier from birth offers effective atopic dermatitis prevention. The Journal of Allergy and Clinical Immunology, 134(4), 818–823. https://doi.org/10.1016/j.jaci.2014.08.005
-
National Eczema Association. (n.d.). Eczema and Allergic Contact Dermatitis. https://nationaleczema.org
-
PubChem. (n.d.). Filaggrin (FLG). National Center for Biotechnology Information. https://pubchem.ncbi.nlm.nih.gov/compound/Filaggrin
-
Federatie Medisch Specialisten. (2019). Richtlijn Constitutioneel eczeem. Richtlijnendatabase. https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/constitutioneel_eczeem
-
Nederlands Huisartsen Genootschap. (2014). NHG-Standaard Eczeem (M37). https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/eczeem
-
Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten. (z.d.). Zorgprotocol Constitutioneel eczeem. https://huidtherapie.nl/professional/kenniscentrum/nvh-zorgmodule/constitutioneel-eczeem/NVHuidtherapeuten