Een beroepsallergie in de zorg, wat is het precies?
Een beroepsallergie in de zorg is een allergische reactie die ontstaat door blootstelling aan bepaalde stoffen of materialen op de werkplek in de zorgsector. Zorgverleners komen regelmatig in contact met allergenen die allergische klachten kunnen veroorzaken, zoals huiduitslag, eczeem, luchtwegklachten of oogirritaties.
Wat vindt u hier over een beroepsallergie in de zorg?
Op deze pagina vindt u onder andere;
- Veelvoorkomende allergieën in de zorg
- Symptomen van veelvoorkomende allergieën in de zorg
- Hoe ontstaan allergieën in de zorg?
- Veelvoorkomende allergenen in de zorg
- Hoe verloopt de testprocedure?
- Welke behandelingsmogelijkheden zijn er?
- Hoe kunt u een afspraak maken?
- Veel gestelde vragen
Veelvoorkomende allergieën in de zorg
- Latexallergie
- Contactallergie
- Acrylatenallergie
- Formaldehyde-allergie
- Parfum- en conserveermiddelenallergie
- Voedselallergieën
- Medicatieallergie
Veelvoorkomende allergenen in de zorg
Symptomen van veelvoorkomende allergieën in de zorg
Beroepsallergieën in de zorg ontstaan door herhaalde blootstelling aan allergenen zoals latex, desinfectiemiddelen, acrylaten en medicijnen. De allergische reactie ontwikkelt zich in drie fasen en verloopt via twee hoofdmechanismen:
- IgE-gemedieerde allergieën (zoals latex- en medicatieallergie) zijn onmiddellijke overgevoeligheidsreacties die binnen minuten tot uren optreden.
- T-cel-gemedieerde (vertraagde) allergieën (zoals contactallergieën door acrylaten, formaldehyde en conserveermiddelen) ontstaan pas na uren tot dagen.
Sensibilisatiefase
Bij een IgE-gemedieerde allergie herkent het immuunsysteem een allergeen als schadelijk en activeert B-cellen om IgE-antistoffen aan te maken. Deze binden zich aan mestcellen in de huid, luchtwegen en slijmvliezen, zonder directe symptomen te veroorzaken. In het geval van een T-cel-gemedieerde allergie nemen Langerhans-cellen in de huid het allergeen op en presenteren het aan T-lymfocyten. Hierdoor wordt het immuunsysteem gesensibiliseerd, maar treden er nog geen klachten op.
Latente fase
Bij IgE-gemedieerde allergieën zijn mestcellen nu beladen met IgE en klaar om te reageren bij een volgende blootstelling. Zolang er geen contact is met het allergeen, blijven symptomen uit. Bij T-cel-gemedieerde allergieën circuleren gesensibiliseerde T-cellen in het lichaam, maar deze blijven inactief totdat opnieuw contact met het allergeen plaatsvindt.
Uitingsfase
Bij IgE-gemedieerde allergieën binden allergenen zich bij een volgende blootstelling aan IgE op mestcellen, wat leidt tot de vrijgave van histamine en andere ontstekingsstoffen. Dit veroorzaakt binnen minuten tot uren klachten zoals netelroos, zwelling, benauwdheid of anafylaxie. Bij T-cel-gemedieerde allergieën treedt de reactie veel later op. De geactiveerde T-cellen geven ontstekingsbevorderende cytokinen af, wat leidt tot roodheid, blaasjes, schilfering en eczeem, meestal uren tot dagen na de blootstelling.
Met welke test kunt u de oorzaak van allergieën in de zorg vaststellen?
Het diagnosticeren van beroepsallergieën in de zorg gebeurt met verschillende tests, afhankelijk van het type allergie en de immuunreactie.
Bij IgE-gemedieerde allergieën zoals latex- of medicatieallergie wordt meestal een priktest uitgevoerd. Hierbij worden kleine druppels van verdachte allergenen op de huid aangebracht en met een fijne naald oppervlakkig in de huid geprikt. Binnen 15 tot 20 minuten kan een reactie optreden, zoals een rode, jeukende bult, wat wijst op een allergische reactie.
Voor T-cel-gemedieerde contactallergieën, zoals allergieën voor acrylaten, formaldehyde of conserveermiddelen, wordt een plaktest gebruikt. Hierbij worden allergenen op pleisters aangebracht en gedurende 48 uur op de rug geplakt. Na het verwijderen wordt de huid beoordeeld op reacties zoals roodheid, blaren of schilfering. Omdat contactallergieën een vertraagde reactie hebben, volgt een tweede beoordeling na 72 tot 96 uur om late reacties op te sporen.
Bij twijfel over een medicatieallergie of ernstige allergische reacties kan een provocatietest onder strikte medische controle worden uitgevoerd. Hierbij wordt het lichaam in oplopende doseringen blootgesteld aan de verdachte stof om de reactie te beoordelen. Dit gebeurt uitsluitend in een ziekenhuisomgeving vanwege het risico op ernstige reacties, zoals anafylaxie.
Hoe ziet het testproces van plakproeven er precies uit?
Intake
Tijdens de eerste afspraak heeft u een intakegesprek met de arts of assistente. Na dit gesprek worden er meerdere pleisters op uw rug geplakt. Deze pleisters bevatten verschillende stoffen die mogelijk allergische reacties kunnen veroorzaken. Het is belangrijk dat de pleisters goed blijven zitten. Het is daarom cruciaal om gedurende deze periode niet te sporten, te douchen of andere activiteiten te doen die de pleisters kunnen doen loslaten.
Test
Bij de tweede afspraak worden de pleisters van uw rug verwijderd. Om de plekken waar de stoffen hebben gezeten goed terug te kunnen vinden, worden deze locaties gemarkeerd met een huidstift. Omdat deze markeringen mogelijk kunnen afgeven op uw kleding, raden we aan om tijdens deze afspraak lichte kleding te dragen. Ook na deze afspraak is het belangrijk om niet te douchen of te sporten, zodat de markeringen goed zichtbaar blijven voor de volgende afspraak.
Uitslag
Tijdens het derde bezoek bekijkt de dermatoloog de huidreacties op de gemarkeerde plekken. De reacties worden zorgvuldig afgelezen en direct met u besproken. U krijgt tijdens dit gesprek te horen of er sprake is van een allergie en voor welke stoffen u mogelijk allergisch bent. U ontvangt een allergie-paspoort en brochures over de vastgestelde allergenen.
Behandelingsmogelijkheden voor allergieën in de zorg
- Latexallergie: overstappen op latexvrije handschoenen en medische hulpmiddelen (bijvoorbeeld nitril of vinyl), vermijden van poedervrije latexhandschoenen om verspreiding van latexdeeltjes te beperken, werken in een latexvrije omgeving, antihistaminica of corticosteroïden bij milde reacties, adrenaline (EpiPen) bij ernstige allergische reacties.
- Contactallergie: vermijden van direct contact met irriterende stoffen, gebruik van beschermende handschoenen en huidvriendelijke alternatieven, regelmatig hydrateren van de huid om de huidbarrière te versterken, behandeling met corticosteroïden of antihistaminica bij ontstekingen of jeuk, immunotherapie in uitzonderlijke gevallen.
- Acrylatenallergie: werken met afzuiging en handschoenen om contact met acrylaten te minimaliseren, indien mogelijk overstappen op alternatieve materialen of technieken, dragen van dubbele nitrilhandschoenen ter bescherming, vermijden van direct huidcontact door gebruik van gereedschap, behandeling met corticosteroïden bij eczeem of ontstekingen.
- Formaldehyde-allergie: vermijden van formaldehydehoudende producten, werken in goed geventileerde ruimtes, gebruik van formaldehydevrije desinfectie- en fixatiemiddelen, dragen van ademhalingsbescherming en beschermende kleding, spoelen van huid of ogen bij accidenteel contact, behandeling met corticosteroïden bij huidreacties of inhalatiemedicatie bij luchtwegklachten.
- Parfum- en conserveermiddelenallergie: gebruik van parfumvrije en hypoallergene producten, handschoenen dragen bij hanteren van producten met bekende allergenen, vermijden van sterk geparfumeerde producten, huid verzorgen met barrièrecrèmes, lokale corticosteroïden bij allergische huidreacties, antihistaminica bij jeuk of luchtwegklachten.
- Voedselallergieën: vermijden van contact met allergene voedingsmiddelen, duidelijke etikettering en strikte hygiëne bij bereiden of toedienen van voeding, gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen bij bereiding of toediening, noodmedicatie zoals antihistaminica en adrenaline bij ernstige reacties, dieetbegeleiding en desensibilisatie in specifieke gevallen.
- Medicatieallergie: identificeren en vermijden van allergene medicijnen, registratie in het medisch dossier, indien mogelijk alternatieve geneesmiddelen gebruiken, preventieve huidtesten bij bekende medicatieallergieën, gebruik van antihistaminica of corticosteroïden bij milde reacties, adrenaline (EpiPen) beschikbaar hebben bij risico op anafylaxie.
Artikel geschreven door: Jamy van den Brink (Huidtherapeut)
Gecontroleerd door: Folkert Blok (Dermatoloog)
Datum publicatie: 27 februari 2025
Datum laatste wijziging: 27 februari 2025