Koemelkallergie, wat is het het precies?
Koemelkallergie is een allergische reactie van het immuunsysteem op één of meerdere eiwitten in koemelk, zoals caseïne of wei-eiwitten. Bij mensen met deze allergie herkent het lichaam deze eiwitten als schadelijk, waardoor een afweerreactie ontstaat. Dit kan leiden tot uiteenlopende klachten, zoals huiduitslag, jeuk, eczeem, maag-darmklachten (zoals krampjes, diarree of braken), luchtwegproblemen of — in zeldzame gevallen — een ernstige allergische reactie (anafylaxie). Koemelkallergie komt vooral voor bij jonge kinderen en verdwijnt bij velen vóór het vijfde levensjaar. De enige effectieve behandeling is het strikt vermijden van koemelkeiwitten in voeding en producten.
Wat vindt u hier over een koemelkallergie?
Op deze pagina vindt u onder andere;
- Symptomen die horen bij koemelkallergie
- Hoe ontstaat een koemelkallergie?
- Hoe verloopt de testprocedure?
- Welke behandelingsmogelijkheden zijn er?
-
Meest voorkomende producten waar koemelk in zit
- Hoe kunt u een afspraak maken?
Symptomen die horen bij een koemelkallergie
Een koemelkallergie kan een breed scala aan klachten veroorzaken, afhankelijk van de ernst en het type reactie. De symptomen worden ingedeeld in directe en indirecte reacties, die invloed hebben op de diagnostische aanpak.
Directe reacties
Deze reacties ontstaan vaak binnen enkele minuten tot twee uur na blootstelling aan een allergeen.
- Jeuk
- Galbulten
- Zwelling (angio-oedeem)
- Ademhalingsklachten
- Braken
- Anafylaxie
Indirecte reacties
Deze treden pas na enkele uren tot dagen op. Ze komen vaak voor bij niet-IgE-gemedieerde allergieën, zoals koemelkallergie bij zuigelingen of coeliakie.
- Chronische diarree
- Verstopping
- Eczeem
- Groeivertraging bij kinderen.
Hoe ontstaat een koemelkallergie?
Een koemelkallergie ontstaat doordat het immuunsysteem abnormaal reageert op eiwitten in koemelk. Er zijn twee belangrijke vormen:
-
IgE-gemedieerde koemelkallergie: hierbij maakt het lichaam specifieke antistoffen (IgE) aan tegen koemelkeiwitten. Deze vorm geeft meestal directe klachten, zoals galbulten, zwelling, benauwdheid of braken binnen enkele minuten tot een paar uur na inname.
-
Niet-IgE-gemedieerde koemelkallergie: hierbij zijn andere delen van het immuunsysteem betrokken, en de klachten ontstaan trager, meestal na enkele uren of zelfs dagen. Dit kan zich uiten in chronische darmklachten (zoals diarree of obstipatie), eczeem of slecht groeien bij zuigelingen.
De vorm van allergie bepaalt ook hoe de diagnose wordt gesteld: directe reacties kunnen meestal worden aangetoond met een huidpriktest of bloedonderzoek naar specifiek IgE, terwijl bij trage, niet-IgE-gemedieerde reacties vaak gebruik wordt gemaakt van een eliminatie- en provocatiedieet, omdat standaard allergietesten hierbij minder betrouwbaar zijn.
Hoe verloopt de testprocedure?
De diagnose van koemelkallergie vraagt om een zorgvuldige aanpak, afgestemd op het type reactie en de specifieke klachten van de patiënt. Volgens de richtlijnen is het niet altijd nodig om een volledige reeks testen te ondergaan. Bij directe reacties, zoals acute huidklachten of ademhalingsproblemen, kan een huidpriktest of een bloedtest naar specifiek IgE worden ingezet. Deze methoden zijn snel en kunnen sensibilisatie vaststellen. Echter, een positieve uitslag betekent niet altijd dat er daadwerkelijk een allergie is; deze moet worden gecombineerd met het klachtenpatroon van de patiënt om overdiagnose te voorkomen.
Bij indirecte reacties, zoals bij zuigelingen met chronische diarree of groeivertraging, zijn huidpriktesten en IgE-bloedonderzoek vaak minder betrouwbaar. In deze gevallen wordt vaak gekozen voor een eliminatiedieet, waarbij het verdachte voedingsmiddel tijdelijk wordt weggelaten en daarna onder gecontroleerde omstandigheden weer wordt geïntroduceerd. Dit kan een waardevol hulpmiddel zijn om de oorzaak van de klachten te achterhalen.
Provocatietesten, die als de gouden standaard worden beschouwd voor het bevestigen van een allergie, worden steeds minder vaak toegepast. Uit de richtlijnen blijkt dat provocatie niet altijd nodig is wanneer de diagnose al duidelijk is op basis van de anamnese en andere testresultaten. Het vermijden van provocatie is niet alleen patiëntvriendelijker, maar verkleint ook het risico op ernstige allergische reacties. Bij twijfel of bij afwezigheid van duidelijke resultaten kan een provocatietest worden overwogen, maar alleen in een veilige medische omgeving.
De diagnostische aanpak is dus altijd maatwerk. Door de richtlijnen te volgen, wordt onnodige diagnostiek en behandeling voorkomen en krijgt de patiënt een behandeling die aansluit bij de ernst en het type allergie.
Welke behandelingsmogelijkheden zijn er?
- Vermijden van allergenen: Het vermijden van het allergeen vormt de basis van de behandeling. Dit betekent dat koemelk volledig uit het dieet worden verwijderd. Het lezen van etiketten is essentieel om verborgen allergenen te herkennen, en bij bewerkte producten is extra alertheid geboden vanwege het risico op kruisbesmetting.
- Medicatie: Medicatie speelt een belangrijke rol bij het beheersen van allergische reacties. Voor patiënten met risico op anafylaxie is een adrenaline-auto-injector, zoals een EpiPen, onmisbaar. Deze moet altijd beschikbaar zijn, en patiënten krijgen instructies over het juiste gebruik ervan in noodgevallen. Voor mildere klachten, zoals jeuk, huiduitslag of lichte zwellingen, kunnen antihistaminica worden voorgeschreven. Deze medicijnen helpen om de symptomen te verminderen door het blokkeren van histamine.
- Voedingstherapie: Bij indirecte allergieën, zoals koemelkallergie, wordt vaak hypoallergene of aminozuurmelk gebruikt, vooral bij jonge kinderen. Daarnaast is begeleiding door een gespecialiseerde diëtist belangrijk voor patiënten met uitgebreide voedingsrestricties. Een diëtist helpt bij het opstellen van een veilig, volwaardig dieet dat past bij de behoeften van de patiënt en voorkomt tekorten aan voedingsstoffen.
Deze behandelmethoden worden afgestemd op de individuele situatie van de patiënt, met als doel een veilige en volwaardige deelname aan het dagelijks leven mogelijk te maken.
Meest voorkomende producten waar koemelk in zit
Koemelk zit in veel dagelijkse voedingsmiddelen, vaak ook in producten waarbij je het niet direct verwacht. Hier zijn de meest voorkomende producten waar koemelk of koemelkeiwit in voorkomt:
-
Melk (volle, halfvolle, magere melk)
-
Karnemelk, yoghurt, kwark
-
Kaas (alle soorten, ook smeerkaas)
-
Boter, room, slagroom
-
Vla, pap en pudding
-
IJs op basis van melk (zoals roomijs)
-
Brood en broodjes (vooral casinobrood, melkbroodjes, croissants)
-
Koekjes, cake, muffins, gebak
-
Pannenkoeken, wafels, crêpes
-
Chocolade en chocoladerepen
-
Kant-en-klare sauzen (zoals bechamelsaus), soepen en maaltijdmixen
-
Chips met smaakjes (zoals kaas of sour cream)
-
Vleeswaren zoals boterhamworst, grillworst, gehaktproducten
-
Margarine en bak- en braadproducten (niet altijd plantaardig!)
Let op bij:
-
Medicatie en voedingssupplementen (soms lactose als hulpstof)
-
Kunstvoeding voor baby’s (de meeste zijn op basis van koemelk, tenzij hypoallergeen)
-
“Plantaardige” producten die toch melk bevatten, zoals sommige plantaardige kazen of desserts met melkbestanddelen
Artikel geschreven door: Jamy van den Brink (Huidtherapeut)
Gecontroleerd door: Folkert Blok (Dermatoloog)
Datum publicatie: 8 mei 2025
Datum laatste wijziging: 8 mei 2025