Immunotherapie (desensibilisatie), wat is het precies?
Immunotherapie, ook wel desensibilisatie genoemd, is een behandeling die gericht is op het verminderen van de ernst van allergische reacties door het immuunsysteem geleidelijk aan te laten wennen aan allergenen. Deze behandelingsmethode is bijzonder effectief voor aandoeningen zoals hooikoorts (allergische rhinitis), allergisch astma en allergische conjunctivitis. Bij Allergie Centra Nederland bieden wij zowel SCIT (Subcutane Immunotherapie) als SLIT (Sublinguale Immunotherapie) aan om een breed scala aan allergieën te behandelen.
Wat zijn SCIT en SLIT?
-
SCIT (Subcutane Immunotherapie): Bij deze behandeling krijgt de patiënt regelmatig injecties met geleidelijk toenemende doses van het allergeen, die onder de huid (subcutaan) worden toegediend. Het begint meestal met een opbouwfase, gevolgd door een onderhoudsfase.
-
SLIT (Sublinguale Immunotherapie): Bij SLIT wordt het allergeen onder de tong geplaatst in de vorm van een tablet of druppels. Dit is een niet-invasieve vorm van immunotherapie die vaak thuis kan worden toegepast. De eerste inname is onder toezicht in de kliniek.
Indicaties voor Immunotherapie
Immunotherapie is geschikt voor patiënten die last hebben van allergieën die moeilijk onder controle te krijgen zijn met alleen medicatie, zoals:
-
Seizoensgebonden allergische rhinitis (hooikoorts) veroorzaakt door pollen (bijvoorbeeld gras, boompollen en onkruiden).
-
Perennial allergische rhinitis door huisstofmijt, schimmels of dierenharen.
-
Allergische conjunctivitis (oogallergieën).
-
Allergisch astma door dezelfde allergenen.
Hoe werkt immunotherapie?
Immunotherapie werkt door het immuunsysteem geleidelijk bloot te stellen aan allergenen, zodat het lichaam minder heftig reageert. In eerste instantie produceert je immuunsysteem IgE-antilichamen, die allergische reacties veroorzaken. Door de behandeling wordt de reactie van je immuunsysteem veranderd, en wordt er meer IgG geproduceerd. IgG helpt het immuunsysteem om allergenen te tolereren zonder ontstekingen te veroorzaken.
Deze behandeling beïnvloedt verschillende cellen in het immuunsysteem. T-cellen die allergische reacties versterken, worden “getraind” om minder actief te reageren. Tegelijkertijd wordt de activiteit van regulerende T-cellen verhoogd, wat helpt om de immuunrespons te onderdrukken. Mastcellen, die histamine afgeven bij blootstelling aan allergenen, worden minder gevoelig, waardoor de afgifte van histamine afneemt. Dit zorgt ervoor dat je lichaam minder heftig reageert op de allergenen, zelfs wanneer je opnieuw in contact komt.
Door deze langdurige veranderingen in het immuunsysteem, ervaren veel mensen na immunotherapie een significante afname van allergische symptomen, vaak voor lange tijd, zelfs nadat de behandeling is gestopt.
Behandelingsprocedure
-
Voorbereiding: De eerste stap is een grondige beoordeling door een allergoloog om te bepalen of immunotherapie geschikt is. Je ondergaat de noodzakelijke testen om je allergieën te identificeren. Denk hierbij aan een priktest of bloedonderzoek.
-
Tijdens de Behandeling:
-
SCIT: De behandeling begint met wekelijks/tweewekelijkse injecties van toenemende doses. Na de opbouwfase kunnen de intervallen verlengd worden naar om de 2-4 weken tijdens de onderhoudsfase.
-
SLIT: Dit omvat dagelijkse inname van tabletten of druppels die onder de tong worden geplaatst. De eerste dosis wordt gegeven onder medisch toezicht, en daarna kan de behandeling thuis voortgezet worden.
-
-
Duur: De behandelingen worden doorgaans voor minimaal 3 jaar aanbevolen voor maximale effectiviteit.
Mogelijke bijwerkingen
Immunotherapie wordt meestal goed verdragen, maar kan bijwerkingen veroorzaken, vooral in het begin van de behandeling. Veelvoorkomende bijwerkingen zijn:
-
Lokale reacties zoals roodheid, jeuk of zwelling. Voornamelijk rond de injectieplaats bij SCIT of in de oren, neus, mond en keel bij SLIT.
-
Systemische reacties zoals niezen, verstopte neus of lichte astmasymptomen, vooral na de eerste doses.
-
Zeldzame ernstige reacties zoals anafylaxie, waarvoor onmiddellijke medische hulp nodig is.
Om de veiligheid te waarborgen, wordt de eerste dosis altijd onder medisch toezicht toegediend.
Verwachte resultaten
De verwachte resultaten van immunotherapie kunnen sterk variëren tussen individuen. Over het algemeen beginnen veel patiënten na enkele maanden verbetering te merken, hoewel het volledige effect meestal pas na het eerste jaar van behandeling merkbaar is. Gedurende de behandeling ervaren veel mensen een vermindering van allergische symptomen zoals niezen, jeuk, verstopte neus en ademhalingsproblemen, vooral tijdens seizoenen waarin allergieën het ergst zijn, zoals het pollen seizoen voor hooikoorts.
Na de volledige behandelperiode van 3 tot 5 jaar kunnen veel patiënten langdurige verlichting ervaren, zelfs nadat de behandeling is gestopt. Dit betekent dat de gevoeligheid voor allergenen aanzienlijk afneemt en de symptomen vaak minder ernstig worden of zelfs helemaal verdwijnen. In sommige gevallen kunnen patiënten na de behandeling minder afhankelijk zijn van allergiemedicijnen zoals antihistaminica of neussprays.
Het is echter belangrijk te weten dat niet iedereen volledig vrij wordt van symptomen. Bij sommige mensen kunnen de klachten slechts gedeeltelijk afnemen of niet in dezelfde mate verminderen als bij anderen. Daarnaast kan het zijn dat de behandeling niet het gewenste effect heeft, vooral als de allergieën heel ernstig zijn of als de patiënt niet consistent is in het volgen van de behandeling. In zulke gevallen kan het nodig zijn om de behandelingsaanpak opnieuw te evalueren met je arts.
Wanneer start je met immunotherapie?
De beste tijd om te beginnen met immunotherapie is voor het begin van het allergieseizoen, omdat het immuunsysteem tijd nodig heeft om zich aan te passen aan het allergeen. In het geval van pollenallergieën, zoals hooikoorts, wordt de behandeling doorgaans in de late herfst of vroeg in de winter gestart. Dit geeft het immuunsysteem voldoende tijd om zich voor te bereiden op de komende allergieseizoenen, zodat de behandeling effectiever is.
Voor binnenallergenen, zoals huisstofmijt, kan de behandeling op elk moment van het jaar beginnen, omdat deze allergenen gedurende het hele jaar aanwezig zijn. Het is meestal aanbevolen om de behandeling 2 tot 4 maanden voorafgaand aan het seizoen te starten waarin je allergieën het meest optreden, zodat je immuunsysteem zich optimaal kan aanpassen.