Pollenkalender

Wat is hooikoorts eigenlijk?

Hooikoorts – de veelvoorkomende allergie voor pollen – treft een aanzienlijk deel van de bevolking. In Nederland heeft ongeveer 15 tot 20% van de mensen last van allergische klachten​, waarvan hooikoorts een groot deel uitmaakt. Wereldwijd lopen de schattingen op tot zo’n 400 miljoen mensen met allergische rhinitis (de medische term voor hooikoorts). Ondanks de naam hooikoorts krijg je er geen koorts van, en heeft het niks met hooi op zich te maken. De term stamt uit de 19e eeuw toen men dacht dat gedroogd hooi de oorzaak was, terwijl de echte boosdoener pollen (stuifmeelkorrels) van grassen, bomen en onkruidplanten zijn. Bij hooikoorts ziet je immuunsysteem deze doorgaans onschuldige stuifmeelkorrels ten onrechte als gevaarlijke indringers. Het resultaat: niezen, een loopneus, jeukende ogen en keel, en soms zelfs vermoeidheid en benauwdheid.

Hoe werkt dat? Hooikoorts is een allergische reactie van het type I overgevoeligheid. Dit betekent dat zodra pollen (het allergeen) in contact komt met je neus, ogen of keel, het lichaam overdreven heftig reageert. Bij mensen met hooikoorts heeft het immuunsysteem na eerdere blootstelling speciale antistoffen aangemaakt, genaamd IgE. Deze IgE-antistoffen zitten vast op mestcellen – een type immuuncel – in bijvoorbeeld je neusslijmvlies. Wanneer je opnieuw pollen inademt, binden die aan de IgE op de mestcellen en wekt dat de cel tot actie. Alsof er alarm wordt geslagen, barst de mestcel open en laat een lading chemische stofjes vrij. Een van de belangrijkste stofjes hierbij is histamine, de grote veroorzaker van de bekende hooikoortssymptomen​. Naast histamine komen ook andere ontstekingsstoffen vrij, en er worden meer immuuncellen naar de plek geroepen. Dit alles leidt tot een lokale ontstekingsreactie in je slijmvliezen – vandaar de roodheid, zwelling en irritatie.

De rol van histamine – vriend én vijand

Histamine is berucht onder allergiepatiënten, maar deze stof heeft van nature ook nuttige functies in het lichaam. Histamine behoort tot de zogenaamde biogene aminen: het is een klein organisch molecuul (formule C_5H_9N_3) dat in vrijwel al je weefsels voorkomt, vooral opgeslagen in mestcellen en bepaalde witte bloedcellen (basofielen)​. Normaal gesproken is histamine je vriend: het regelt allerlei processen. Zo stimuleert het de maag om zuur aan te maken en helpt het in de hersenen om wakker te blijven​ (Grappig weetje: dat is precies waarom sommige oudere antihistamine-pilletjes je slaperig maken – ze blokkeren histamine in de hersenen). Histamine speelt ook een rol in je afweersysteem bij het afweren van echte gevaren, zoals parasieten​.

Maar bij hooikoorts wordt histamine helaas een vijand. Wanneer mestcellen door pollen geprikkeld worden, komt histamine in grote hoeveelheid lokaal vrij. Wat doet histamine dan precies? Het is een krachtige ontstekingsmediator die verschillende effecten heeft op omliggende weefsels: het verwijdt kleine bloedvaatjes en maakt hun wanden lek (daardoor krijg je een rode, verstopte neus en tranende ogen doordat vocht naar buiten lekt). Het irriteert zenuwuiteinden, wat leidt tot jeuk en de niesreflex. En het stimuleert slijmklieren om meer slijm aan te maken (hallo loopneus!). Ook kan histamine glad spierweefsel in bijvoorbeeld de luchtwegen laten samentrekken​. Bij sommige mensen met hooikoorts leidt dit tot astmatische klachten. Geen wonder dat antihistaminica (medicijnen die de histamine H1-receptor blokkeren) zoveel verlichting kunnen geven: ze vangen als het ware de kogels op die histamine afvuurt, waardoor niezen, jeuk en loopneuzen sterk verminderen.

Allergenen en het immuunsysteem op hol

De allergenen die hooikoorts veroorzaken zijn meestal pollen uit de buitenlucht. In de lente en zomer produceren verschillende planten enorme hoeveelheden microscopisch kleine stuifmeelkorrels om andere planten te bevruchten via de wind. Bij hooikoortspatiënten gaat het mis zodra die pollen op de slijmvliezen belanden. Welke pollen zijn berucht? In het vroege voorjaar zijn het vaak boompollen (zoals van de els, hazelaar en berk) die de eerste golf van niesbuien geven. Vooral de berkenpollen in april staan bekend als forse klachtenveroorzakers – april is niet voor niets vaak de piekmaand voor hooikoorts​. Later in het seizoen nemen grassen het stokje over; van mei tot juli zorgen grasvelden en weilanden voor een continue wolk van pollen in de lucht. In de nazomer kunnen onkruiden zoals bijvoet en ambrosia hooikoorts opwekken. Ambrosiapollen zijn zeer agressief en kunnen tot in de herfst voor allergieklachten zorgen als deze plant zich verspreidt.. Je immuunsysteem beschouwt bij hooikoorts de eiwitten in deze pollen ten onrechte als gevaarlijk. Het afweersysteem slaat op hol en zet een cascade in gang: IgE-antistoffen, mestcelactivatie, histaminevrijlating en de rekrutering van meer ontstekingscellen (zoals eosinofielen en T-helpercellen) naar het neusslijmvlies​. Dit leidt niet alleen tot directe symptomen binnen enkele minuten (o.a. niezen en jeuk), maar kan ook een langduriger late-fase reactie geven, met aanhoudende zwelling en irritatie​. Het gevolg is dat sommige mensen gedurende het hele seizoen een chronisch ontstoken/neus hebben alsof ze continu verkouden zijn.

Meer dan een loopneus: impact op je dagelijks leven

Hooikoorts wordt soms afgedaan als een mild ongemak – “alleen wat niezen en tranende ogen”. Maar voor veel mensen is het allesbehalve onschuldig. De symptomen kunnen een flinke impact op het dagelijks leven hebben. Een verstopte neus en geïrriteerde ogen maken het lastig om te slapen, waardoor je overdag moe bent. Histamine en de ontstekingsreactie kunnen bovendien leiden tot wat men noemt brain fog: moeite met concentratie en een trager denktempo. Onderzoek toont aan dat allergische rhinitis op zichzelf al cognitieve functies kan verslechteren en bijvoorbeeld geheugen en concentratie negatief beïnvloeden​. In een review werd geconcludeerd dat onbehandelde hooikoorts significant kan leiden tot slaperigheid overdag en verminderd prestatieniveau. Sterker nog, patiënten met hooikoorts rapporteren vaker stemmingswisselingen en gevoelens van vermoeidheid dan mensen zonder allergie. Dit alles maakt duidelijk dat hooikoorts niet alleen fysiek hinderlijk is, maar ook mentaal. Gelukkig zijn er allerlei behandelingen (van antihistaminetabletten tot neussprays met corticosteroïden en immunotherapie) die de klachten draaglijker kunnen maken. Maar een belangrijke eerste stap is begrip van de aandoening – en weten wanneer je maatregelen moet nemen. Daar komt de pollenradar om de hoek kijken, waarover zo meer. Eerst enkele verrassende weetjes over hooikoorts die niet iedereen kent:

  • Kruisallergie: fruit en groenten. Wist je dat hooikoorts verbonden kan zijn met voedselallergieën? Veel mensen met berkenpollenallergie krijgen bijvoorbeeld een jeukende mond of keel van rauwe appels, peren, kersen of hazelnoten. Dit komt door kruisreactiviteit: de eiwitten in deze vruchten lijken sterk op het berkenpollen-eiwit Bet v 1, waardoor het immuunsysteem in de war raakt​. Onderzoek laat zien dat tot wel 73% van de berkenpollen-allergische personen ook reageert op appels. Dit heet ook wel het paraberksyndroom. Gelukkig verdwijnen deze klachten meestal als je het fruit kookt of schilt, omdat de verantwoordelijke eiwitten dan kapotgaan​

  • Allergie in de stad? Jazeker! Men zou denken dat op het platteland, tussen de weilanden, hooikoorts erger is dan in de stad. Qua hoeveelheid pollen klopt dat vaak – buiten, dicht bij de bron, zweeft meer stuifmeel. Toch hebben verrassend genoeg in stedelijke gebieden méér mensen last van allergieklachten​. Luchtvervuiling speelt hier een rol: uitlaatgassen en fijnstof maken de slijmvliezen gevoeliger en kunnen pollendeeltjes agressiever maken, wat de allergische reactie verergert (Aguilera et al., 2013). Bovendien groeien in steden vaak mannelijke sierbomen (die geen vruchten geven maar wél pollen), wat lokale klachten kan veroorzaken. Aan de andere kant: bij wind van zee heeft de kust tijdelijk “pollenpauze”, aangezien zeewind geen stuifmeel bevat​.

  • Klimaatverandering verlengt het seizoen. Als je het idee hebt dat je elk jaar eerder begint te niezen, zou dat kunnen kloppen. Doordat de winters milder worden, starten planten eerder met bloeien en bloeien ze soms langer door​. Studies suggereren dat klimaatverandering leidt tot hogere pollentellingen en een verlengd pollenseizoen, wat de symptomen van hooikoorts in de toekomst nog kan verergeren​ (Lake et al., 2017). In Nederland zien we nu al dat sommige jaren het hooikoortsseizoen in de winter begint (hazelaar in januari!) en tot in de herfst kan duren. Ook nieuwe planten zoals ambrosia vestigen zich door warmere omstandigheden​, met potentieel miljoenen extra allergiepatiënten tot gevolg in Europa (Lake et al., 2017).

De pollenradar: dagelijkse houvast voor allergieën

In de moderne tijd hebben we een handig hulpmiddel: de pollenradar (ook wel hooikoortsradar genoemd). Dit is feitelijk een kaart of app die per regio aangeeft hoeveel pollen er in de lucht zitten en van welke planten. Veel weersites (zoals Buienradar) en gezondheidsplatforms bieden zo’n pollenradar aan. Hoe werkt dit nu precies en waarom is het zo nuttig?

Hoe werkt de pollenradar?

Een pollenradar combineert data van verschillende meetstations die verspreid over het land de hoeveelheid pollen in de lucht meten​. Op die meetpunten – vaak valstrikken met plakstrips of luchtfilters – wordt dagelijks geteld hoeveel pollen van elk type (gras, boom, onkruid) aanwezig zijn. Deze gegevens worden vervolgens gecombineerd met weersinformatie (wind, regen, temperatuur) en de bloeikalender van planten, om een actueel pollenoverzicht te maken. Dit overzicht wordt weergegeven als een kaart of dashboard: bijvoorbeeld “in jouw regio vandaag: veel berkenpollen, matig graspollen”. Met andere woorden, de pollenradar is jouw persoonlijke allergie-weerbericht. Hoe roder of “alerter” de kaart, des te groter de kans dat je klachten krijgt. Zo’n systeem is mogelijk dankzij jarenlange verzameling van pollendata. Die kennis stroomt nu door in apps en websites die iedereen kan raadplegen.

Waarom is het nuttig en hoe gebruik je het?

De pollenradar is erg bruikbaar in het dagelijkse leven van iemand met hooikoorts. Door ’s ochtends even te kijken naar de voorspelling, kun je anticiperen op wat komen gaat. Zijn de waarden vandaag extreem hoog? Dan kun je tijdig je voorzorgsmaatregelen nemen. Enkele tips bij gebruik van de pollenradar:

  • Neem medicatie preventief: Als je ziet dat de pollenconcentratie vandaag hoog is – vooral van de soort waarvoor jij allergisch bent – kun je al vóórdat je klachten krijgt een antihistaminepil nemen of je neusspray gebruiken. Zo voorkom je dat de allergische reactie op volle toeren komt. Dit preventieve gebruik werkt vaak beter dan pas reageren als je al hevig niest​

  • Plan je activiteiten slim: Overweeg om op zware pollendagen minder buiten te zijn, vooral middags wanneer de concentratie vaak het hoogst is. Stel intensieve buitensport uit als de radar “code rood” aangeeft voor pollen. Moet je toch naar buiten, bijvoorbeeld sporten of de hond uitlaten, doe dat dan bij voorkeur vroeg in de ochtend of juist na een goede regenbui – regen “wast” pollen tijdelijk uit de lucht​, waardoor de concentratie even lager is. Een droge, winderige dag is het recept voor veel rondvliegend stuifmeel; een beetje regen kan dus je beste vriend zijn op zulke dagen.

  • Houd ramen en wasgoed in de gaten: Zie je op de radar dat er bepaalde pollen in de lucht zijn waar jij slecht tegen kunt? Houd dan ramen en deuren zoveel mogelijk gesloten. Zeker midden op de dag​. Verlucht ’s avonds laat of vroeg in de ochtend, als de waardes gedaald zijn – je kunt zelfs op de radar checken wanneer het gunstig is om te luchten. Droog wasgoed liever binnen op dagen met veel pollen, of gebruik een droger, zodat je kleding geen pollen vangt buiten.

  • Gebruik beschermende maatregelen: Op dagen met veel pollen kun je bijvoorbeeld een (zonne)bril dragen om je ogen wat te beschermen tegen stuifmeel in de lucht. Smeer wat vaseline rond je neusgaten; dit kan helpen om pollen te vangen voordat ze je neus inglippen. En zodra je weer binnen bent, was je handen en gezicht, en spoel eventueel je neus met een zoutwateroplossing om achtergebleven pollen weg te spoelen.

De pollenradar helpt je dus om vooruit te plannen en niet elke dag verrast te worden door een “pollenbom”. Veel mensen noemen het ook wel het “hooikoortsweerbericht”​. Door dagelijks even te spieken kun je betere keuzes maken: neem ik die boswandeling vandaag of liever morgen? Ga ik het beddengoed luchten nu of wacht ik op een dag met minder pollen? Zo haal je een stukje regie terug over je allergie.

Literatuurlijst

Bender, B. G. (2005). Cognitive effects of allergic rhinitis and its treatment. Immunology and Allergy Clinics of North America, 25(2), 301–312. DOI: 10.1016/j.iac.2005.03.002

Geroldinger-Simić, M., Zelniker, T., Aberer, W., Ebner, C., Egger, C., Greiderer, A., … & Bohle, B. (2011). Birch pollen–related food allergy: Clinical aspects and the role of allergen-specific IgE and IgG4 antibodies. Journal of Allergy and Clinical Immunology, 127(3), 616–622.e1. DOI: 10.1016/j.jaci.2010.10.027

Lake, I. R., Jones, N. R., Agnew, M., Goodess, C. M., Giorgi, F., Hamaoui-Laguel, L., … & Epstein, M. M. (2017). Climate change and future pollen allergy in Europe. Environmental Health Perspectives, 125(3), 385–391. DOI: 10.1289/EHP173

Patel, R. H., & Mohiuddin, S. S. (2023). Biochemistry, Histamine. In StatPearls [Internet]. Treasure Island (FL): StatPearls Publishing. Last updated May 1, 2023. Beschikbaar in PubMed: PMID 32644509.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). (2018). Allergenen – Klimaatverandering en gezondheid. Retrieved from RIVM website: https://www.rivm.nl/klimaatverandering/allergenen

National Library of Medicine (NLM). (n.d.). Histamine: The Stuff Allergies are Made Of [Video transcript]. Retrieved from MedlinePlus: https://medlineplus.gov/medlineplus-videos/histamine-the-stuff-allergies-are-made-of/

Denkt u dat u een allergie heeft?

Bij aanhoudende klachten is het belangrijk om dit te bespreken met uw huisarts of specialist. Met een verwijzing kunt u bij ons terecht voor allergieonderzoek.

We helpen u graag verder — zonder lange wachttijden.