Allergie Azie en Europa

Allergieën in Zuidoost-Azië: hoe verschillen ze van die in Europa?

Een nieuwe wereld van allergenen

Tijdens de voorbereidingen voor onze werkreis naar Vietnam in samenwerking met Belle.ai ontstond een interessante vraag: hoe zit het eigenlijk met allergieën in Zuidoost-Azië? Zijn de allergenen daar hetzelfde als in Europa, of bestaan er significante verschillen? En als er verschillen zijn, wat is daarvan de verklaring?

Allergieën zijn wereldwijd een groeiend probleem, maar de frequentie en het type allergieën verschillen sterk per regio. Hoewel in Europa hooikoorts en pinda-allergie veel voorkomen, zijn in Zuidoost-Azië juist huisstofmijtallergie en schaaldierallergie dominant (Caraballo et al., 2016). Dit roept vragen op over de invloed van klimaat, voedingspatronen en levensstijl op de ontwikkeling van allergieën.

Waarom zijn allergieën in Zuidoost-Azië anders?

Er zijn meerdere factoren die de verschillen in allergieën tussen Europa en Zuidoost-Azië kunnen verklaren. Eén van de belangrijkste is het klimaat. Het tropische klimaat in Zuidoost-Azië creëert ideale omstandigheden voor de groei van huisstofmijt en schimmels, wat de prevalentie van luchtwegallergieën verhoogt (Andiappan et al., 2014). In Europa daarentegen spelen seizoensgebonden pollen een grotere rol.

Ook het dieet speelt een cruciale rol. Waar in Europa pinda’s en melk de meest voorkomende voedselallergenen zijn, komen in Zuidoost-Azië juist schaaldieren en exotische voedingsmiddelen, zoals vogelnestsoep, veel vaker voor (Lee et al., 2013). Dit kan te maken hebben met vroege blootstelling aan deze voedingsmiddelen. Zo blijkt uit een studie van Tham en Leung (2018) dat pinda-allergie in Europa een prevalentie heeft van 1,8% tot 3%, terwijl dit percentage in Zuidoost-Azië onder de 0,5% ligt. In Aziatische landen worden pinda’s vaak al op jonge leeftijd in het dieet geïntroduceerd, wat mogelijk de tolerantie verhoogt.

Daarnaast speelt de hygiënehypothese een rol. In westerse landen groeien kinderen op in een sterielere omgeving, waardoor hun immuunsysteem minder wordt blootgesteld aan bacteriën en parasieten. Dit zou kunnen leiden tot een hogere vatbaarheid voor allergieën. In landelijke gebieden van Zuidoost-Azië is de blootstelling aan micro-organismen hoger, wat mogelijk een beschermend effect heeft tegen allergieën zoals astma en eczeem (Caraballo et al., 2016). Dit wordt bevestigd door de International Study of Asthma and Allergies in Childhood (ISAAC), die aantoonde dat astma in Europa een prevalentie heeft van 10%, terwijl dit percentage in Zuidoost-Azië slechts rond de 5% ligt (Strachan et al., 1997).

Meest voorkomende allergieën in Zuidoost-Azië en Europa

Huisstofmijtallergie

Huisstofmijtallergie is een van de meest voorkomende allergieën in Zuidoost-Azië. Het vochtige klimaat en de traditionele woninginrichting met tapijten en matten dragen bij aan de groei van huisstofmijt. Dit leidt tot een sensibilisatiegraad die in sommige delen van Zuidoost-Azië kan oplopen tot 80%, terwijl de prevalentie in Europa doorgaans tussen de 30% en 50% ligt (Andiappan et al., 2014).

Voedselallergieën

Schaaldierallergie komt in Zuidoost-Azië veel vaker voor dan in Europa. Uit onderzoek van Lee et al. (2013) blijkt dat 2% tot 5% van de Aziatische bevolking allergisch is voor schaaldieren, terwijl dit percentage in Europa nauwelijks 0,2% bedraagt. Vooral in landen zoals Vietnam en Thailand, waar zeevruchten een belangrijk onderdeel van de keuken vormen, kan dit een groot probleem zijn voor reizigers met een allergie.

Daarnaast is vogelnestsoep, een delicatesse gemaakt van zwaluwnesten, een bekende oorzaak van allergische reacties, vooral bij mensen die gevoelig zijn voor ei-eiwitten. In Europa is dit product zeldzaam en daardoor een minder bekende bron van voedselallergieën.

Luchtwegallergieën

Luchtwegallergieën zoals allergische rhinitis komen zowel in Europa als in Zuidoost-Azië voor, maar in verschillende mate. In Europa varieert de prevalentie van allergische rhinitis van 15% tot 30%, terwijl deze in Zuidoost-Azië doorgaans tussen de 5% en 20% ligt (Pawankar et al., 2009). Dit verschil kan deels worden verklaard door de blootstelling aan verschillende soorten pollen en luchtverontreiniging.

Andere allergieën met regionale verschillen

  • Atopisch eczeem komt in Europa (10-20%) vaker voor dan in Zuidoost-Azië (5-15%), waarschijnlijk door variaties in klimaat, genetische aanleg en de hygiënehypothese (Williams et al., 1999).
  • Latexallergie wordt vaker gerapporteerd in Zuidoost-Azië (~8%) dan in Europa (3-5%), wat deels wordt verklaard door de grote natuurlijke latexproductie in de regio. Werknemers en gezondheidswerkers in Zuidoost-Azië hebben daardoor een hogere kans op blootstelling en sensibilisatie (Wong et al., 2022).
  • Schimmelallergieën komen ook vaker voor in Zuidoost-Azië (12-18%) dan in Europa (5-10%), doordat het tropische klimaat en de hoge luchtvochtigheid de groei van schimmels bevorderen, wat leidt tot een verhoogde blootstelling aan schimmelsporen (Tham, Lee & Bever, 2016).
  • Honden- en kattenallergieën zijn in Europa (10-20%) een groter probleem dan in Zuidoost-Azië (<5%). Dit verschil wordt grotendeels veroorzaakt doordat huisdieren in Azië minder vaak binnenshuis worden gehouden, waardoor de blootstelling aan allergenen aanzienlijk lager is (Wu et al., 2012).
  • Insectenallergieën, met name voor kakkerlakken en wespen, worden in Zuidoost-Azië (15%) veel vaker gemeld dan in Europa (5-7%). Het warme, vochtige klimaat in Azië bevordert de groei van insectenpopulaties, wat leidt tot een frequentere blootstelling aan hun allergenen (Leung et al., 1997).

Conclusie

Uit vergelijkende studies blijkt dat allergieën sterk variëren per regio. In Europa komen astma, pinda-allergie en allergische rhinitis vaker voor, terwijl in Zuidoost-Azië schaaldierallergie en huisstofmijtallergie veel vaker worden aangetroffen. Factoren zoals klimaat, dieet en milieu spelen een belangrijke rol in deze verschillen. Toch voorspellen wetenschappers dat de allergieprevalentie in Azië de komende decennia zal stijgen, mede door verstedelijking en veranderingen in eetgewoonten (Xing & Wong, 2021).

Literatuurlijst