Irritatie vs allergie

Inleiding

Contacteczeem is een vorm van eczeem die ontstaat door direct contact van de huid met bepaalde stoffen. Het is een veelvoorkomende huidaandoening – naar schatting lijdt ongeveer 15–20% van de mensen aan een contactallergie​. Daarnaast komt niet-allergisch (irritatief) contacteczeem nóg vaker voor​. Hoewel beide vormen vergelijkbare rode, jeukende huiduitslag geven, verschillen de onderliggende oorzaken aanzienlijk. In grote lijnen onderscheiden we:

  • Irritatief contacteczeem: veroorzaakt door directe schade of irritatie van de huid, zonder betrokkenheid van het immuunsysteem.

  • Allergisch contacteczeem: veroorzaakt door een allergische reactie van het immuunsysteem (type IV vertraagde reactie) na sensibilisatie voor een specifieke stof.

In deze blog duiken we dieper in de wetenschappelijke achtergrond van beide vormen. We bespreken hoe ze ontstaan (mechanisme), hoe de symptomen kunnen verschillen, risicogroepen en welke typische stoffen ze uitlokken. We halen inzichten uit actuele wetenschappelijke bronnen, waaronder PubChem (voor chemische details van veelvoorkomende irriterende en allergene stoffen) en PubMed (voor epidemiologische data, risicofactoren en bevindingen over irritatie vs. allergie).

Irritatief contacteczeem

Wat is het? Irritatief contacteczeem is een niet-allergische ontstekingsreactie van de huid. Het ontstaat wanneer een externe stof de huid zodanig irriteert of beschadigt dat de natuurlijke barrière verstoord raakt en een ontsteking volgt​. Dit kan acuut (snel na contact) optreden of geleidelijk bij herhaalde blootstelling. In tegenstelling tot allergie kan in principe iedereen irritatief eczeem krijgen als de blootstelling maar intens of vaak genoeg is – er is geen voorafgaande “sensibilisatie” nodig.

Mechanisme: Bepaalde stoffen zijn toxisch of irriterend voor huidcellen: ze veroorzaken directe schade aan de opperhuid, ontregelen de huidbarrière en leiden tot het vrijkomen van ontstekingsstofjes uit huidcellen (zoals cytokinen)​. Hierdoor ontstaat roodheid, zwelling en soms schilfering op de plek van contact. Irritatief eczeem blijft meestal beperkt tot het contactgebied en ontstaat vaak sneller na blootstelling dan allergisch eczeem.

Veelvoorkomende oorzaken: Vrijwel elke voldoende bijtende of ontvettende stof kan irritatief eczeem geven. Enkele veelvoorkomende irriterende factoren zijn;

  • Nat werk: Veel en vaak contact met water, zeep en andere vloeistoffen. Langdurig (meer dan 2 uur per dag) de handen in het water, of >20 keer per dag handen wassen, tast de huid aan​. Dit komt voor bij beroepen als kappers, schoonmakers, zorgverleners, keukenpersoneel en anderen die continu hun handen wassen of handschoenen dragen. “Nat werk” staat op nummer 1 als oorzaak van beroepsgebonden irritatief handeczeem​. Sinds de COVID-19-pandemie, met extra frequent handen wassen en alcohol desinfecteren, is dan ook een toename in irritatief handeczeem gezien​.

  • Reinigingsmiddelen en zepen: Veel schoonmaakproducten en cosmetica bevatten sterke oppervlakte-actieve stoffen die vet en vuil verwijderen, maar ook de huid ontvetten. Een klassiek voorbeeld is natriumlaurylsulfaat (SLS).  SLS wordt veel gebruikt als emulgator en reiniger in bijvoorbeeld shampoos, douchegels, tandpasta en cosmetica​. Het is goedkoop en effectief als schuimmaker, maar voor de huid minder vriendelijk: SLS kan de lipiden (vetten) in de hoornlaag oplossen en zelfs de aanmaak van nieuwe huidlipiden verstoren​. Hierdoor verliest de huid haar beschermende vetlaag, met droogte en irritatie als gevolg. Zie het als een stof die het cement van een muur verwijderd. Hierdoor kunnen er veel stoffen binnen de muur komen.

  • Oplosmiddelen en alcohol: Organische oplosmiddelen zoals aceton (nagellakremover) en alcoholen kunnen de huidbarrière flink aantasten. Ethanol (alcohol), wordt veel gebruikt in desinfectiemiddelen en cosmetica. Het verdampt snel en ontvet de huid. Regelmatig gebruik van alcohol (denk aan handgels) leidt tot uitdroging en irritatie van de handen. Sterke alcoholoplossingen staan dan ook officieel geclassificeerd als “huidirriterend”. Een praktijkvoorbeeld: in de coronaperiode zijn handalcohol en desinfectantia onmisbaar gebleken, maar het resultaat was wel dat veel mensen last kregen van droge, gebarsten handen door irritatief eczeem​.

  • Sterke zuren, basen en andere chemicaliën: Middelen zoals schoonmaakazijn, chloorbleek, ammoniak, ontsmettingsmiddelen, maar ook cement (alkalisch) of bepaalde planten- en etenssappen (bv. hete pepers) kunnen direct bij contact een bijtende of irriterende reactie geven. Dit valt ook onder irritatief contacteczeem (of bij zeer heftige reactie een chemische verbranding).

Risicogroepen: Iedereen kan irritatief eczeem ontwikkelen bij genoeg blootstelling, maar sommige mensen zijn extra gevoelig. Met name mensen met atopisch eczeem (constitutioneel eczeem) in de voorgeschiedenis hebben een zwakkere huidbarrière en lopen meer risico op irritatieve reacties​. Bij atopisch eczeem ontbreken bepaalde structurele eiwitten (zoals filaggrine) in de huid, waardoor deze droger en makkelijker doordringbaar is. Verder zijn bepaalde beroepen duidelijk risicovol: kappers, schoonmakers, metaalbewerkers, zorgmedewerkers en bouwvakkers staan hoog op de lijst voor irritatief contacteczeem​. Vaak vanwege het gecombineerde effect van nat werk, chemische blootstelling en mechanische belasting van de huid.

Allergisch contacteczeem

Wat is het? Allergisch contacteczeem is een echte allergie van de huid tegen een bepaalde stof (allergeen). Het immuunsysteem van de patiënt reageert hierbij overdreven op een voor andere mensen onschuldige contactstof. Allergisch contacteczeem wordt ook wel een type IV (vertraagde) reactie genoemd​. Dit betekent dat de allergische uitslag niet meteen bij eerste blootstelling optreedt, maar pas nadat het immuunsysteem eerst gevoelig is gemaakt (gesensibiliseerd). Deze sensibilisatie kan dagen tot weken duren. Pas bij een volgende aanraking herkent het lichaam de stof en ontstaat binnen 24–48 uur eczeem​.

Mechanisme: De veroorzakers zijn meestal kleine reactieve moleculen die door de hoornlaag heen in de huid kunnen dringen​. Daar binden ze aan lichaamseigen eiwitten, waardoor nieuwe eiwitcomplexen ontstaan. Het immuunsysteem herkent zo’n complex als vreemd en start een klassieke allergische cascade: speciale immuuncellen (Langerhanscellen in de huid) nemen het complex op en presenteren onderdelen aan T-lymfocyten (witte bloedcellen) in de lymfklieren. Bij iemand die daarvoor genetisch of door omgevingsfactoren vatbaar is, worden deze T-cellen geprogrammeerd om deze stof te herkennen. Dit heet sensibilisatie – de persoon is nu allergisch geworden voor de stof. Bij hernieuwd contact treden de geheugencellen in werking: ze geven cytokinen en andere ontstekingsmediatoren af die de typische eczeemreactie veroorzaken​. Dit hele proces verklaart waarom de uitslag bij allergisch contacteczeem vaak pas enkele dagen na blootstelling op z’n ergst is (de vertraagde immuunrespons).

Veelvoorkomende allergenen: Er zijn duizenden stoffen bekend die allergisch contacteczeem kunnen uitlokken. Enkele van de meest typische in het dagelijks leven:

  • Metalen (nikkel, chroom, kobalt): Nikkel is wereldwijd de meest voorkomende oorzaak van contactallergie​. Dit metaal komt voor in bijvoorbeeld sieraden, horloges, brilmonturen, knopen, ritsen en muntgeld. Veel mensen (met name vrouwen) ontwikkelen in de loop van hun leven een nikkelallergie. De allergie ontstaat doordat nikkelionen uit sieraden of metalen voorwerpen vrijkomen (vooral onder invloed van zweet) en in de huid binden aan eiwitten. Op de contactplekken (bv. oorlellen bij oorbellen, of rond de navel van een metalen broeksknoop) ontstaan jeukende eczeemplekken. Nikkelallergie komt vaker voor bij vrouwen (vanwege meer sieraden/piercingsgebruik) en men ziet het ook iets vaker bij mensen met een atopische aanleg​. Andere metalen: chromaat (in cement) is een bekende oorzaak van allergisch handeczeem bij bouwvakkers en metselaars, en kobalt kan o.a. in sieraden en cosmetica voorkomen en allergie veroorzaken (vaak samen met nikkel).

  • Parfumstoffen (geurstoffen): Parfums in cosmetica bestaan uit mengsels van tientallen tot wel honderden chemische geurstoffen. Hoewel deze stoffen natuurlijk lekker ruiken, behoren ze tot de meest voorkomende contactallergenen wereldwijd. Bekende geurallergenen zijn bijvoorbeeld limoneen en linalool – dit zijn geurstoffen die van nature in citrusolie en lavendel voorkomen. Limoneen is geregistreerd als een veelvoorkomend fragrance allergen in cosmetica​. Andere veelvoorkomende parfumallergenen zijn geraniol, eugenol, cinnamaldehyde, coumarin en Evernia-prunastri-extract (eikenmos).

  • Conserveermiddelen: Dit zijn stoffen die aan producten worden toegevoegd om bacteriële groei en bederf tegen te gaan. Helaas blijken veel conserveermiddelen ook contactallergie te kunnen veroorzaken. Een bekend voorbeeld is methylisothiazolinone (MI). MI is een organische verbinding uit de isothiazolinon-groep die sinds de jaren 2000 zeer breed is gebruikt als biocide in cosmetica, verf, schoonmaakmiddelen en andere waterige producten​. Rond 2010–2015 zag men een ware “epidemie” van MI-allergie in Europa, met in sommige patchtest-centra positiviteit bij 5–10% van de geteste patiënten​. Dit kwam doordat MI zelfs in leave-on cosmetica (zoals lotions, crèmes en babydoekjes) werd gebruikt. De frequentie van MI-allergie was zo opvallend dat de American Contact Dermatitis Society MI uitriep tot “Allergen of the Year” in 2013​. Maatregelen volgden: de EU beperkte in 2017 het gebruik van MI streng. Het is sindsdien verboden in leave-on cosmetica. Desondanks blijft MI een belangrijk allergeen om voor op te passen. Het zit nog in veel verven, schoonmaakproducten en (in lage dosering) in rinse-off producten als shampoo. Naast MI zijn tal van andere conserveermiddelen berucht, zoals formaldehyde-releasers en parabenen (hoewel die laatste relatief minder allergeen zijn dan hun reputatie doet vermoeden).

  • Rubber en kunststoffen: Denk aan allergieën voor latex (natuurrubber), of voor bepaalde rubberversnellers (thiuram, mercapto-mix) in huishoudhandschoenen en schoenen. Ook acrylaten (in gelnagels, lijmen, en sommige medische pleisters) zijn belangrijke veroorzakers van ACD.

NB: Welke contactallergenen het meest voorkomen, varieert met regio en gebruik. In het algemeen staan metalen (nikkel), geurstoffen en conserveermiddelen hoog op de lijst​, maar ook ingrediënten van haarverf (zoals p-fenyleendiamine, PPD), topische antibiotica (zoals neomycine), planten (zoals giftige klimop, primula) en nog vele anderen kunnen boosdoeners zijn.

Risicogroepen: Of iemand allergisch contacteczeem krijgt, hangt af van sensibilisatie voor een allergeen. Toch zijn er duidelijke risicogroepen. Zo hebben vrouwen vaker nikkelallergie, waarschijnlijk door sieraden. Beroepsgroepen zoals kappers, schoonheidsspecialisten, bouwvakkers en zorgverleners lopen meer risico door herhaald contact met allergenen zoals haarverf, parfums, cement of latex. Ook mensen met atopie zijn gevoeliger, mede door een verstoorde huidbarrière.

Samenvatting

 

Kenmerk Irritatief contacteczeem (ICD) Allergisch contacteczeem (ACD)
 
Oorzaak Directe schade aan huid door irriterende stof Immuunreactie op specifieke allergeen
Immuunsysteem betrokken? Nee Ja, type IV overgevoeligheidsreactie
Sensibilisatie vereist? Nee Ja, ontstaat na eerdere blootstelling
Tijd tot ontstaan Minuten tot uren na contact 24–72 uur na contact
Locatie van huidreactie Exact op contactplek Ook buiten contactplek mogelijk
Symptomen Roodheid, droogte, kloven, branderigheid Jeuk, zwelling, blaasjes, roodheid
Voorkeurslocaties Handen, vingers, polsen Afhankelijk van contact met allergeen
Voorbeeldstoffen Zeep, water, alcohol, schoonmaakmiddel Nikkel, parfum, conserveermiddelen
Risicogroepen Iedereen (bij voldoende blootstelling) Alleen gesensibiliseerden
Chronisch risico Alleen bij aanhoudende blootstelling Ja, immuunsysteem blijft gevoelig
Veelvoorkomende beroepen Zorg, schoonmaak, horeca, bouw Kappers, schoonheidsspecialisten, metselaars
Rol huidbarrière Beschadiging leidt direct tot eczeem Beschadiging vergemakkelijkt sensibilisatie

 

  • Irritatief contacteczeem ontstaat door directe beschadiging of prikkeling van de huid door externe stoffen. Het vereist geen voorafgaande allergie – in principe kan iedereen het krijgen bij voldoende blootstelling. Typische oorzaken zijn water en zeep (veelvuldig handen wassen), detergenten zoals SLS, oplosmiddelen en bijtende chemicaliën. Het mechanisme is non-immunologisch (geen specifieke antistof of T-cel die de boosdoener herkent), maar de aangeboren afweer reageert wel met ontsteking. Symptomen treden vaak snel op (binnen minuten tot uren) op de contactplek en bestaan uit rode, droge, soms pijnlijke huid (brandering, kloven). Jeuk kan voorkomen maar is minder prominent. Chronische irritatie leidt tot verdikte, ruwe huid. Risicogroepen zijn mensen met veel “nat werk” of huidcontact in hun beroep (zorg, schoonmaak, kappers, etc.), en mensen met een kwetsbare huidbarrière (zoals atopisch eczeem patiënten).

  • Allergisch contacteczeem ontstaat door een allergische (immuun)reactie op een stof na een sensibilisatieperiode. Alleen mensen die immuungeheugen tegen die stof hebben reageren daarop met eczeem. Het mechanisme betreft een type IV reactie. Symptomen verschijnen uren tot dagen na blootstelling en bestaan uit erg jeukend eczeem met roodheid, bultjes of blaasjes; de uitslag kan zich iets uitbreiden buiten het contactgebied. Veelvoorkomende allergenen zijn o.a. nikkel (sieraden, metalen), parfumstoffen (cosmetica), conserveermiddelen (cosmetica, huishoudproducten), rubber- en lijmstoffen, etc. ACD komt voor in ~20% van de contacteczeemgevallen​. Risicogroepen zijn mensen met veel of langdurige blootstelling aan allergenen (bijv. door hobby/beroep), vrouwen (hogere kans op bijvoorbeeld nikkelallergie door sieraden) en mogelijk mensen met een genetische aanleg. Diagnostiek gebeurt via patchtesten om de uitlokkende allergenen te identificeren.

Literatuurlijst

  • Patel, K., & Nixon, R. (2022). Irritant contact dermatitis — a review. Current Dermatology Reports, 11(2), 41–51. https://doi.org/10.1007/s13671-021-00351-4

  • Peiser, M., Tralau, T., Heidler, J., Api, A. M., Arts, J. H. E., Basketter, D. A., … & Luch, A. (2012). Allergic contact dermatitis: epidemiology, molecular mechanisms, in vitro methods and regulatory aspects. Cellular and Molecular Life Sciences, 69(5), 763–781. https://doi.org/10.1007/s00018-011-0846-8

  • Murphy, P. B., Atwater, A. R., & Mueller, M. (2023). Allergic Contact Dermatitis. In: StatPearls [Internet]. StatPearls Publishing. (Treasure Island, FL). 【NCBI Bookshelf ID: NBK532866】.

  • Novak-Bilić, G., Vučić, M., Japundžić, I., Meštrović-Štefekov, J., Stanić-Duktaj, S., & Lugović-Mihić, L. (2018). Irritant and allergic contact dermatitis – skin lesion characteristics. Acta Clinica Croatica, 57(4), 713–720. https://doi.org/10.20471/acc.2018.57.04.13

  • Zhu, X., Vinturache, A., & Ding, G. (2022). Nickel allergic contact dermatitis. Canadian Medical Association Journal, 194(33), E1136. https://doi.org/10.1503/cmaj.220260

  • National Center for Biotechnology Information (NCBI). (n.d.-a). PubChem Compound Summary for CID 3423265, Sodium Lauryl Sulfate. Retrieved April 4, 2025, from https://pubchem.ncbi.nlm.nih.gov/compound/3423265

  • National Center for Biotechnology Information (NCBI). (n.d.-b). PubChem Compound Summary for CID 935, Nickel. Retrieved April 4, 2025, from https://pubchem.ncbi.nlm.nih.gov/compound/935

  • National Center for Biotechnology Information (NCBI). (n.d.-c). PubChem Compound Summary for CID 22311, (±)-Limonene. Retrieved April 4, 2025, from https://pubchem.ncbi.nlm.nih.gov/compound/22311

  • National Center for Biotechnology Information (NCBI). (n.d.-d). PubChem Compound Summary for CID 39800, Methylisothiazolinone. Retrieved April 4, 2025, from https://pubchem.ncbi.nlm.nih.gov/compound/39800

  • Safe Cosmetics (2018). Methylisothiazolinone and Methylchloroisothiazolinone. Campaign for Safe Cosmetics. Retrieved from https://www.safecosmetics.org/chemicals/methylisothiazolinone/

  • News-Medical Life Sciences (2019). Irritant vs Allergic Contact Dermatitis. News-Medical.net. Retrieved from https://www.news-medical.net/health/Irritant-vs-Allergic-Contact-Dermatitis.aspx

  • DermNet NZ (2016). Methylisothiazolinone allergy (MI). DermNet New Zealand. Retrieved from https://dermnetnz.org/topics/methylisothiazolinone-allergy

Denkt u dat u een allergie heeft?

Bij aanhoudende klachten is het belangrijk om dit te bespreken met uw huisarts of specialist. Met een verwijzing kunt u bij ons terecht voor allergieonderzoek.

We helpen u graag verder — zonder lange wachttijden.